het fatsoen

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[fɑtˈsun]

goede manieren - decency, grace, propriety

Hou je fatsoen! (=gedraag je zoals het hoort) - Behave yourself!

Voor mijn fatsoen kan ik geen 'nee' zeggen (=het is niet netjes als ik weiger) - It is difficult to say 'no' to this.

© K Dictionaries Ltd.

het fatsoen

the becomingness ; the civility ; the courtesy ; the courtliness ; the decency ; the etiquette ; the gallantry ; the gentility ; the good breeding ; the good manners ; the manners ; the morals ; the propriety ; the respectability ; the seemliness

Bron: interglot




NL: beleefdheid
NL: beschaafdheid
NL: betamelijkheid
NL: decorum
NL: eerbaarheid
NL: fatsoenlijkheid
NL: gemanierdheid
NL: gepastheid
NL: gevoeglijkheid
NL: keurigheid

NL: hou je fatsoen EN: behave yourself
NL: zijn fatsoen ophouden EN: save appearances
NL: uit zijn fatsoen EN: out of shape
NL: ik kon met goed fatsoen niet weigeren EN: I could not in decency refuse
NL: voor zijn fatsoen EN: for decency's sake