Vertaal
Naar andere talen: • delen > ENdelen > ESdelen > FR
Vertalingen delen NL>DE

delen

werkw.
Uitspraak:  [ˈdelə(n)]
Verbuigingen:  deelde (verl.tijd ) heeft gedeeld (volt.deelw.)

1) ieder een deel geven - teilen , dividieren
een taart delen - eine Torte teilen

2) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking een mening of gevoel delen

3) (een gevoel) vertellen, mee laten ervaren - teilen , teilhaben lassen
Wij willen ons geluk graag met je delen. - Wir möchten unser Glück gerne mit dir teilen.

4) samen gebruiken - teilen , sich beteiligen an
je kamer delen om minder kosten te hebben - das Appartment teilen, um geringere Kosten zu haben

5) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking een getal delen door een ander getal

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
delen (ww.) aufgliedern (ww.) ; weitergeben (ww.) ; trennen (ww.) ; teilen (ww.) ; scheiden (ww.) ; gliedern (ww.) ; gewähren (ww.) ; dividieren (ww.) ; aufteilen (ww.)
delen (werkw.) teilen
het delendie Teile ; die Stücke ; die Segmente ; die Portionen ; die Partien
delen Division ; Teilung ; teilen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `delen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: barrels
NL: deelnemen
NL: geven
NL: instemmen
NL: opdelen
NL: opsplitsen
NL: parten
NL: partjes
NL: porties
NL: segmenten

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: in de vreugde delen DE: die Freude teilen
NL: delen in de winst DE: Anteil haben am Gewinn
NL: (iemand) laten delen in de winst DE: am Gewinn teilnehmen lassen