Vertalingen blauw NL>DE
blauw
bijv.naamw.
kleur van een wolkeloze hemel -
blau blauwe ogen - blaue Augen |
blauwe plek (=plek op de huid die door een ruwe aanraking blauw of paars ziet) - blauer Fleck
door een val vol blauwe plekken zitten - durch einen Sturz voller blauer Flecken sitzen
|
blauw oog (=gebied rond het oog dat door een ruwe aanraking blauw of paars ziet) - blaues Auge
iemand een blauw oog slaan - jemandem ein blaues Auge schlagen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het blauw | blau ; das blau |
blauw | b (Afkorting) ; besoffen ; betrunken ; blau ; blau (Afkorting) ; Delfter Fayence |
Bronnen: Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `blauw`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dronkenNL: hemelsblauwUitdrukkingen en gezegdes
NL: iets
blauw blauw laten
DE: etwas auf sich beruhen lassenNL: de
blauwe knoop
DE: das Blaue KreuzNL: (hij is) van de
blauwe knoop
DE: AbstinenzlerNL: een
blauwe maandag
DE: ein blauer Montag, (korte tijd) eine kurze ZeitNL: blauw potlood
DE: Blaustift (der)