Vertalingen bewaken NL>DE
bewaken
werkw.
Uitspraak: | [bəˈwakə(n)] |
Verbuigingen: | bewaakte (verl.tijd ) heeft bewaakt (volt.deelw.) |
heel goed op iets of iemand passen -
bewachen de kluis bewaken - den Tresor bewachen de gevangenen bewaken - den Gefangenen bewachen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bewaken (ww.) | achtgeben (ww.) ; aufpassen (ww.) ; ausrüsten mit einer Alarmanlage (ww.) ; beaufsichtigen (ww.) ; bewachen (ww.) ; hüten (ww.) ; inspizieren (ww.) ; patrouillieren (ww.) ; überwachen (ww.) |
bewaken (werkw.) | bewachen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `bewaken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: begeleidenNL: behartigenNL: beheersenNL: beschermenNL: beveiligenNL: bewarenNL: hoedenNL: oppassenNL: surveillerenNL: toezicht houdenUitdrukkingen en gezegdes
NL: bewaakte spoorwegovergang
DE: (met bomen) beschrankter Bahnübergang