Vertalingen beveiligen NL>DE
beveiligen
werkw.
Uitspraak: | [bəˈvɛiləxə(n)] |
Verbuigingen: | beveiligde (verl.tijd ) heeft beveiligd (volt.deelw.) |
veilig maken -
sichern , schützen een huis beveiligen tegen inbraak - ein Haus gegen Einbruch sichern |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
beveiligen (ww.) | abschirmen (ww.) ; ausrüsten mit einer Alarmanlage (ww.) ; schützen (ww.) ; sichern (ww.) ; sicherstellen (ww.) |
beveiligen | absichern |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `beveiligen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: behoedenNL: beschermenNL: bewakenNL: van alarm voorzienNL: van alarminstallatie voorzien