betrokken

bijv.naamw.

Uitspraak:

[bəˈtrɔkkə(n)]

ergens mee te maken hebbend - beteiligt

betrokken zijn bij een aanrijding - an einem Zusammenstoß beteiligt sein zich bij de school betrokken voelen - sich in der Schule engagieren

© K Dictionaries Ltd.

betrokken

bedripst ; belemmert ; beteiligt ; beteiligt an ; betreten ; niedergedrückt ; bedeckt ; bewölkt ; halbbedeckt ; verwickelt

Bronnen: interglot; Wiktionary; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm




NL: belanghebbend
NL: beteuterd
NL: betreffende
NL: bewust
NL: ermee gemoeid zijn
NL: grijs
NL: pips
NL: sip
NL: teleurgesteld

NL: betrokken lucht DE: bedeckter, bewölkter Himmel
NL: (hij ziet) er betrokken uit DE: abgespannt aus
NL: de betrokken ambtenaar DE: der betreffende, (competent) zuständige Beamte
NL: de betrokken partij DE: die (dabei) beteiligte Partei
NL: bij (in) een zaak betrokken zijn DE: bei (an) einer Sache beteiligt sein
NL: betrokkene DE: Beteiligte(r) (der) DE: (van wissel) Bezogene(r), Trassat (der)