Vertalingen bedonderen NL>DE
bedonderen
werkw.
Uitspraak: | [bəˈdɔndərə(n)] |
Verbuigingen: | bedonderde (verl.tijd ) heeft bedonderd (volt.deelw.) |
bedriegen -
beschummeln de kluit bedonderen (=iedereen bedriegen) - alle an der Nase herumführen
|
Ben je nou helemaal bedonderd? (=ben je gek geworden?) - Bist du total verrückt geworden?
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bedonderen (ww.) | begaunern (ww.) ; bemogeln (ww.) ; bescheißen (ww.) ; beschummeln (ww.) ; beschwindeln (ww.) ; betrügen (ww.) ; hereinlegen (ww.) ; hintergehen (ww.) ; hinters Licht führen (ww.) ; prellen (ww.) ; verarschen (ww.) ; übervorteilen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `bedonderen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afzettenNL: bedottenNL: bedriegenNL: beduvelenNL: belazerenNL: besodemieterenNL: bezwendelenNL: misleidenNL: oplichtenNL: zwendelen