I het bal

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[bɑl]
Verbuigingen:	bals (meerv.)

deftig dansfeest in de avond - Ball (der ~), Tanz (der ~)

een bal geven - einen Ball geben

het bal openen (=de eerste dans op een bal dansen) - einen Ball eröffnen

een gekostumeerd bal (=bal waarbij de gasten verkleed komen) - ein Kostümball

het is weer bal (=<wat je zegt als er weer vervelende dingen gebeuren, of als mensen zich weer vervelend gedragen>) - es geht wieder rund

II de bal

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[bɑl]
Verbuigingen:	ballen (meerv.)

1) rond en bol voorwerp dat je gebruikt bij sport of spel ^sport - Ball (der ~)

de bal gooien - den Ball werfen de bal vangen - den Ball fangen de bal slaan - den Ball abschlagen

een balletje kan vreemd rollen (=de dingen kunnen anders gaan dan je denkt) - Es kann anders kommen, als man denkt.

een balletje opgooien (=een idee naar voren brengen) - einen Versuchsballon starten

de bal aan het rollen brengen (=iets doen waardoor de dingen veranderen) - etwas ins Rollen bringen

iemand de bal toespelen (=iemand bevoordelen) - jemandem den Ball zuspielen

de bal is rond (=er kan van alles gebeuren) - der Ball ist rund

de bal terugspelen (=een gevat antwoord geven) - den Ball zurückspielen

wie kaatst moet de bal verwachten (=wie iemand anders plaagt wordt teruggeplaagd) - wer austeilt, muss auch einstecken können

geen bal (=niets) - Sack

er geen bal van af weten (=er niets van weten) - keine Ahnung haben

2) rond en bol voorwerp - Ball (der ~), Kloß (der ~), Kugel (die ~)

gehaktbal - Frikadelle soep met balletjes - Suppe mit Klößchen

3) arrogante man - Angeber (der ~)

corpsbal

© K Dictionaries Ltd.

de bal (m)	der Fußball ; das Tanzfest ; der Tanzball ; die Party ; die Kugel ; der Knoten von Wolle ; der Hofball ; das glanzvolle Fest ; der Galaball ; die Gala ; der Ball
de bal	die Billardkugel
BAL (Afkorting)	Bronchuswaschung ; Bronchoklyse ; BAL (Afkorting)
bal	Ballen ; Pack ; Hoden ; das Ei

Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia




NL: barst
NL: bol
NL: bol wol
NL: dansavond
NL: dansfeest
NL: gala
NL: galabal
NL: gulden
NL: handpalm
NL: kloot

NL: geen bal! DE: nicht die Bohne
NL: er geen bal van weten DE: (ook) keine blasse Ahnung davon haben
NL: hedenavond bal! DE: heute abend Tanz!
NL: bal champêtre DE: Bal im Freien
NL: bal masqué DE: Maskenball