Vertalingen anker NL>DE
het anker
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈɑŋkər] |
| Verbuigingen: | ankers (meerv.) |
1) metalen haak waarmee je een boot aan de bodem vastlegt -
Anker (der ~) | het anker uitwerpen/uitgooien - den Anker auswerfen |
 het anker lichten/hijsen
(=het anker ophalen om te kunnen vertrekken) - den Anker lichten
|
2) ijzeren haak om in de bouw verschillende materialen met elkaar te verbinden technisch -
Anker (der ~) | een balk met een anker in de muur bevestigen - einen Balken mit einem Anker in der Mauer befestigen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het anker | der Anker ; der Maueranker |
| anker | Anker ; Anker einer Kommutatormaschine ; Ankerkörper ; Ankertafel ; Befestigungsmittel ; Gebirgsanker ; Magnetschlußstück |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `anker`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: muurankerUitdrukkingen en gezegdes
NL: voor (ten)
anker gaan
DE: vor Anker gehen
