Vertalingen afspraak NL>DE
afspraak
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈɑfsprak] |
Verbuigingen: | afspraakspraken (meerv.) |
gesproken of schriftelijke overeenkomst -
Verabredung (die ~), Termin (der ~), Vereinbarung (die ~) een afspraak maken met een adviseur - einen Termin mit einem Berater vereinbaren een afspraak afzeggen - eine Verabredung absagen tegen de afspraak in toch diep in de nacht vliegtuigen laten landen en opstijgen - entgegen der Vereinbarung doch tief in der Nacht Flugzeuge landen und starten lassen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de afspraak | die Abmachung ; das Date ; der Termin ; die Verabredung ; die Vereinbarung |
afspraak | Absprache ; Schlussvereinbarung ; das Stelldichein ; Termin ; Übereinkunft ; die Zustimmung |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia; A.M.T.S.; mwb
Voorbeeldzinnen met `afspraak`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afgesproken ontmoetingNL: afspraakjeNL: akkoordNL: liaisonNL: overeenkomstNL: regelingNL: rendez vousNL: schikkingNL: toewijzingNL: verbintenisUitdrukkingen en gezegdes
NL: volgens
afspraak
DE: wie verabredetNL: (te spreken) na
afspraak
DE: nach Vereinbarung