Vertalingen AMI FR>NL
[amœbləmɑ̃]1 personne pour laquelle on a de l'affection - vriend - vriendin
-in
'une réunion entre amis'
een bijeenkomst met vrienden2 petit ami petite amie
personne avec laquelle on a une relation amoureuse - vriendje vriendinnetje [amœbləmɑ̃]1 avec lequel on a de bonnes relations - bevriend
'un pays ami'
een bevriend land© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ami (znw.) | de spitsbroeder (m) ; de boezemvriend (m) ; de compagnon (m) ; de gabber (m) ; de geestverwant (m) ; de gelijkgezinde ; de genoot (m) ; de gezel (m) ; de hartsvriend (m) ; de kameraad (m) ; de kompaan (m) ; de kornuit (m) ; de maat (m) ; de makker (m) ; de partner (m) |
ami (m) | de vriend (m) ; het vriendinnetje ; vriendin ; het maatje |
ami | vriendje ; pal ; kameraadje ; gelijkgestemde ; compaan ; bevriend |
AMI (Afkorting) | AMI (Afkorting) ; alternate mark inversion ; autonome massaverhoging ; effectenmakelaar ; IMA (Afkorting) ; internemodellenbenadering ; MAI (Afkorting) ; MIA (Afkorting) ; VZI (Afkorting) ; ZIV (Afkorting) |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `AMI`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: alter egoFR: camaradeFR: collègueFR: compagnonFR: compèreFR: connaissanceFR: copainFR: directFR: fréquentationFR: intime