Vertalingen compagnon FR>NL
[kɔ̃paɲɔ̃]1 homme qui vit avec ··· - (levens)partner
'Elle est venue avec son compagnon.'
Ze is met haar partner gekomen.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
compagnon (m) | de echtgenoot (m) ; de eega ; de firmant (m) ; de geestverwant (m) ; de gezel (m) ; de maat (m) ; het maatje ; de medestander (m) ; de metgezel (m) ; pal (znw.) |
Compagnon | Co (Afkorting) ; compagnon ; gezel |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `compagnon`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: amiFR: associéFR: camaradeFR: collègueFR: compèreFR: compliceFR: condiscipleFR: confrèreFR: copainFR: partenaireUitdrukkingen en gezegdes
FR: compagnon d'armes
NL: wapenbroederFR: bon
compagnon
NL: vrolijke klantFR: compagnon d'étude
NL: studievriendFR: de pair à
compagnon
NL: op gelijke voetFR: compagnon de voyage
NL: reisgenoot