Vertalingen retarder FR>NL
[ʀətaʀde]1 faire arriver plus tard que prévu - ophouden
'Un appel téléphonique m'a retardé.'
Een telefoontje hield me op.2 faire se produire plus tard - uitstellen
'retarder son départ'
zijn vertrek uitstellen
'retarder le moment de faire ··· '
het moment om iets te doen uitstellen[ʀətaʀde]1 indiquer moins que l'heure réelle - achterlopen
'Ta montre retarde de dix minutes.'
Je horloge loopt tien minuten achter.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
retarder (ww.) | achteropraken (ww.) ; ophouden (ww.) ; rekken (ww.) ; temporiseren (ww.) ; terugvallen (ww.) ; uitstellen (ww.) ; vertragen (ww.) |
retarder | langzamer ; naijlen ; R (Afkorting) ; tegenhouden ; vertragen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `retarder`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: ajournerFR: attendreFR: décalerFR: différerFR: perdre du terrainFR: prolongerFR: prorogerFR: remettreFR: renvoyerFR: surseoirUitdrukkingen en gezegdes
FR: retarder une pendule
NL: een klok achteruitzettenFR: enfant retardé
NL: achterlijk kindFR: retarder sur
NL: achter zijn op