Vertalingen différer FR>NL
[difeʀe]1 ne pas être pareil - verschillen
'Ils diffèrent sur un point.'
Ze zijn het op één punt oneens.
'Son idée diffère de la mienne.'
Zijn idee verschilt van het mijne.[difeʀe]1 remettre à plus tard - uitstellen
'différer un voyage'
een reis uitstellen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
différer (ww.) | afwijken (ww.) ; afwisselen (ww.) ; schelen (ww.) ; uiteenlopen (ww.) ; uitstellen (ww.) ; veranderen (ww.) ; verschil maken (ww.) ; verschillen (ww.) ; wisselen (ww.) |
différer | verschillend zijn |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `différer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: ajournerFR: atermoyerFR: attendreFR: différencierFR: distinguerFR: divergerFR: lanternerFR: opposerFR: reculerFR: remettreUitdrukkingen en gezegdes
FR: sans
différer
NL: zonder verwijl, onmiddellijkFR: émission différée de télévision
NL: later uitgezonden (opgenomen) tv-uitzending (émission en différé)