Vertaal
Naar andere talen: • parier > DEparier > ENparier > ES
Vertalingen parier FR>NL
[paʀje]

1 faire un pari - wedden

  'Je parie que tu n'es pas capable de sauter si haut.'
  Ik wed dat je niet zo hoog kunt springen.


2 engager de l'argent sur un concurrent, un cheval de course - gokken

  'parier sur un cheval'
  op een paard wedden


3 être sûr de ··· - (er) zeker (van) zijn

  'Je parie qu'il est là.'
  Ik ben er zeker van dat hij daar is.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
parier (ww.) een gok wagen (ww.) ; gokken (ww.) ; inzetten (ww.) ; verwedden (ww.)
parier (ww) wedden (ww)
Bronnen: interglot; www.weddenopsport.nl/


Voorbeeldzinnen met `parier`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: engager
FR: gager
FR: jouer
FR: miser
FR: prendre le risque
FR: risquer

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: il y a gros à  parier que... NL: het zit er dik in dat...