Vertalingen risquer FR>NL
[ʀiske]1 mettre en danger - op het spel zetten - wagen
'risquer sa vie'
zijn leven op het spel zetten2 essayer de faire une chose difficile - wagen
'risquer une question'
een vraag durven stellen3 se mettre dans une situation dangereuse ou difficile - riskeren
'risquer la prison'
gevangenisstraf riskeren
'Il risque de perdre son emploi.'
Hij loopt het risico zijn baan te verliezen.4 risquer de
pouvoir se produire - een kans hebben (om)
'Il risque de pleuvoir.'
Er is kans op regen.
'Ces travaux risquent de nous coûter cher.'
Deze werkzaamheden zouden ons weleens veel kunnen gaan kosten.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
risquer (ww.) | avonturen (ww.) ; avonturieren (ww.) ; durven (ww.) ; riskeren (ww.) ; wagen (ww.) |
risquer | dreigen |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `risquer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: oserFR: tenterUitdrukkingen en gezegdes
FR: risquer le tout pour le tout
NL: alles op het spel zettenFR: qui ne risque rien
NL: n'a rien (spr.w), wie niet waagt, wie niet wintFR: risquer de
NL: gevaar lopen om, het risico lopen van