Vertaal
Naar andere talen: • nourrir > DEnourrir > ENnourrir > ES
Vertalingen nourrir FR>NL
[nuʀiʀ]

1 donner à manger à - voeden

  'nourrir un bébé'
  een baby de borst/fles geven


2 faire vivre - onderhouden

  'nourrir toute la famille'
  het hele gezin onderhouden

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
nourrir (ww.) opvoeden (ww.) ; zogen (ww.) ; vormen (ww.) ; voeren (ww.) ; voedsel geven (ww.) ; voederen (ww.) ; voeden (ww.) ; te eten geven (ww.) ; spijzigen (ww.) ; spijzen (ww.) ; onderhouden (ww.) ; koesteren (ww.) ; grootbrengen (ww.) ; financieel steunen (ww.) ; eten geven (ww.) ; de borst geven (ww.) ; borstvoeding geven (ww.)
nourrir nagieten ; navoeden
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `nourrir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: absorber
FR: alimenter
FR: allaiter
FR: consommer
FR: donner le sein
FR: entretenir
FR: espérer
FR: manger
FR: nourrir un enfant au sein
FR: préparer