Vertaal
Naar andere talen: • insérer > DEinsérer > ENinsérer > ES
Vertalingen insérer FR>NL
[ɛ̃seʀe]

1 introduire - doen in - stoppen in

  'insérer un chèque dans une lettre'
  een chèque in een brief doen
[ɛ̃seʀe]

1 introduire - doen in - stoppen in

  'insérer un chèque dans une lettre'
  een chèque in een brief doen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
insérer (ww.) inleggen (ww.) ; zetten (ww.) ; vastleggen (ww.) ; tussenleggen (ww.) ; tussen zetten (ww.) ; plaatsen (ww.) ; passen in (ww.) ; onderuit halen (ww.) ; neerzetten (ww.) ; invoegen (ww.) ; inlassen (ww.) ; inbouwen (ww.) ; inbedden (ww.) ; erbij voegen (ww.) ; bijzetten (ww.) ; bijsluiten (ww.) ; bijdoen (ww.)
insérer insteken ; steken ; invoegen
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `insérer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: ajouter
FR: encadrer
FR: encarter
FR: enchâsser
FR: entremêler
FR: implanter
FR: incruster
FR: intercaler
FR: introduire
FR: mettre