Vertaal
Naar andere talen: • installer > DEinstaller > ENinstaller > ES
Vertalingen installer FR>NL
[ɛ̃stale]

1 disposer, placer dans un lieu - plaatsen - installeren

  'installer un lit dans une pièce'
  een bed in een kamer plaatsen/zetten


2 mettre en place et en état de marche - plaatsen - installeren

  'installer le chauffage central'
  de centrale verwarming plaatsen
[ɛ̃stale]

1 disposer, placer dans un lieu - plaatsen - installeren

  'installer un lit dans une pièce'
  een bed in een kamer plaatsen/zetten


2 mettre en place et en état de marche - plaatsen - installeren

  'installer le chauffage central'
  de centrale verwarming plaatsen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
installer (ww.) inwijden (ww.) ; zetten (ww.) ; wegleggen (ww.) ; voorbereiden (ww.) ; vastzetten (ww.) ; vastmaken (ww.) ; plechtig bevestigen (ww.) ; plaatsen (ww.) ; opzetten (ww.) ; onderuit halen (ww.) ; neerzetten (ww.) ; neerleggen (ww.) ; monteren en aansluiten (ww.) ; meubileren (ww.) ; leggen (ww.) ; installeren (ww.) ; inrichten (ww.) ; inhuldigen (ww.) ; inaugureren (ww.) ; ergens aan bevestigen (ww.) ; deponeren (ww.) ; bijzetten (ww.) ; bevestigen (ww.) ; bereiden (ww.) ; aansluiten (ww.) ; aanleggen (ww.) ; aanbrengen (ww.)
installer bouwen ; inbrengen
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `installer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: agencer
FR: ajuster
FR: arranger
FR: caser
FR: charger
FR: classer
FR: coller
FR: déposer
FR: disposer
FR: dresser