Vertaal
Naar andere talen: • goûter > DEgoûter > ENgoûter > ES
Vertalingen goûter FR>NL
[gute]

1 manger ou boire ··· en petite quantité - proeven

  'goûter une sauce'
  een saus proeven

  'goûter à un plat'
  van een gerecht proeven
[gute]


1 prendre un petit repas dans l'après-midi - in de loop van de (na)middag iets eten

  'goûter à quatre heures'
  om vier uur iets eten
[gute]

1 petit repas pris dans l'après-midi - vieruurtje
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
goûter (znw.)de theevisite
goûter (ww.) eten (ww.) ; kluiven (ww.) ; laven (ww.) ; lenigen (ww.) ; lessen (ww.) ; nuttigen (ww.) ; proeven (ww.) ; smaken (ww.) ; snoepen (ww.) ; voorproeven (ww.) ; zitten proppen (ww.)
goûter (m) het tussendoortje
goûter thee-uurtje
Bronnen: interglot; Horecagids; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `goûter`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: aimer
FR: apprécier
FR: approuver
FR: casse-croûte
FR: déguster
FR: en-cas
FR: éprouver
FR: essayer
FR: estimer
FR: expérimenter

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: goûter de NL: kennis maken met, beproeven (goûter d'un métier)