Vertalingen devancer FR>NL
[dəvɑ̃se]1 passer devant - voorbijstreven
'devancer ses concurrents'
zijn concurrenten voorbijstreven2 arriver ou faire ··· avant ··· d'autre - vóór zijn
'Je voulais t'écrire mais tu m'as devancé.'
Ik wilde je schrijven maar je was me voor.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
devancer (ww.) | aftroeven (ww.) ; naar voren staan (ww.) ; overtreffen (ww.) ; overtroeven (ww.) ; voorbijstreven (ww.) ; vooroprijden (ww.) ; vooruitrijden (ww.) |
devancer | vóór zijn |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `devancer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: aller en avantFR: anticiperFR: dépasserFR: distancerFR: précéderFR: prévenirFR: surpasser