Vertaal
Naar andere talen: • frôler > DEfrôler > ENfrôler > ES
Vertalingen frôler FR>NL
[fʀole]

1 toucher légèrement - lichtjes aanraken

  'Son bras a frôlé le mien.'
  Met zijn/haar arm raakte hij/zij me lichtjes aan.


2 passer très près de - scheren langs

  'La voiture a frôlé le passant.'
  De wagen scheerde langs de voorbijganger.


3 manquer de peu ··· - ternauwernood ontsnappen aan

  'Il a frôlé la mort.'
  Hij is ternauwernood aan de dood ontsnapt.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
frôler (ww.) lichtjes aanraken (ww.) ; toucheren (ww.)
frôler licht raken ; schampen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `frôler`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: côtoyer
FR: coudoyer
FR: effleurer
FR: friser
FR: raser