Vertalingen flairer FR>NL
[fleʀe]1 sentir, en parlant des animaux - besnuffelen
'Le chien flaire la piste du voleur.'
De hond besnuffelt het spoor van de dief.2 deviner - voorvoelen - voelen aankomen
'Il a flairé une bonne affaire.'
Hij voelde aan dat er een buitenkansje aankwam.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
flairer (ww.) | besniffelen (ww.) ; besnuffelen (ww.) ; lucht krijgen van (ww.) ; naspeuring doen (ww.) ; rechercheren (ww.) ; snuffelen (ww.) ; snuffelen aan (ww.) ; snuffen (ww.) ; speuren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `flairer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: devinerFR: discernerFR: éprouverFR: fleurerFR: fureterFR: humerFR: pressentirFR: prévoirFR: respirerFR: sentir