Vertalingen prévoir FR>NL
[pʀevwaʀ]1 imaginer - verwachten
'prévoir le pire'
zich op het ergste voorbereiden
'prévoir un retard'
een vertraging verwachten2 organiser, préparer - voorzien
'tout prévoir pour une fête'
alles voorzien voor een feest© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
prévoir (ww.) | voorzien (ww.) ; voorspellen (ww.) ; verdisconteren (ww.) ; tevoren zien (ww.) ; plannen (ww.) ; incalculeren (ww.) |
prévoir | voorschrijven ; voorzien in ; Voorspelling ; aanwezig zijn ; verwachten ; vastleggen ; regelen ; onderbrengen ; maken ; bepalen ; behouden |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `prévoir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: prédireFR: pressentir