Vertalingen exploiter FR>NL
[ɛksplwate]1 utiliser ··· - exploiteren - uitbaten
'exploiter une ferme'
een boerderij beheren2 tirer le meilleur de ··· - uitbuiten
'exploiter la situation'
de situatie uitbuiten3 se servir de ··· pour ses intérêts - uitbuiten
'se faire exploiter'
zich laten uitbuiten© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
exploiter (ww.) | plunderen (ww.) ; woekeren (ww.) ; voordeel trekken (ww.) ; voor landbouw klaar maken (ww.) ; uitzuigen (ww.) ; uitpersen (ww.) ; uitknijpen (ww.) ; uitbuiten (ww.) ; profiteren (ww.) ; ontginnen (ww.) ; ontdoen (ww.) ; munt uitslaan (ww.) ; leeghalen (ww.) ; exploiteren (ww.) ; beroven (ww.) |
exploiter | gebruik maken van ; profiteren van |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `exploiter`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: abuserFR: cultiverFR: pressurerFR: profiterFR: pullulerFR: rançonnerFR: spolierFR: tenirFR: tromperFR: voler