Vertalingen détendre FR>NL
[detɑ̃dʀ]1 relâcher ce qui était tendu - los(ser) maken
'détendre une corde'
een touw laten vieren2 faire disparaître la tension nerveuse - ontspannen
'Cette promenade m'a détendu.'
Door deze wandeling ben ik tot rust gekomen.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
détendre (ww.) | kalm worden (ww.) ; lijntrekken (ww.) ; ontspannen (ww.) ; rustig worden (ww.) |
détendre | ontspannen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `détendre`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: apaiserFR: calmerFR: lâcher