Vertaal
Naar andere talen: • desservir > DEdesservir > ENdesservir > ES
Vertalingen desservir FR>NL
[desɛʀviʀ]

1 s'arrêter dans un endroit - aandoen

  'L'autocar dessert plusieurs villages.'
  De bus doet verschillende dorpen aan.
[desɛʀviʀ]

1 enlever ce qui se trouve sur la table - afruimen

  'Les enfants desservent la table.'
  De kinderen ruimen de tafel af.


2 rendre les choses plus difficiles à ··· - schaden

  'Son attitude désinvolte le dessert.'
  Zijn ongegeneerde houding schaadt hem.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
desservir (ww.) afdekken (ww.) ; afruimen (ww.) ; benadelen (ww.) ; kwaad doen (ww.) ; nadeel berokkenen (ww.) ; nadelig zijn (ww.) ; opruimen (ww.) ; schaden (ww.)
desservir bedienen ; de tafel afruimen
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Horecagids


Voorbeeldzinnen met `desservir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: nuire