Vertalingen dénoncer FR>NL
[denɔ̃se]1 désigner ··· comme coupable - aangeven
'dénoncer son voisin'
zijn buurman aangeven2 critiquer publiquement - aan de kaak stellen
'dénoncer une injustice'
een onrecht aan de kaak stellen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
dénoncer (ww.) | aanbrengen (ww.) ; aanklagen (ww.) ; betichten (ww.) ; klikken (ww.) ; overbrieven (ww.) ; uitbrengen (ww.) ; verklappen (ww.) ; verklikken (ww.) ; verlinken (ww.) ; verraden (ww.) |
dénoncer | aangeven ; annuleren ; beschuldigen |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; cibg.be; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `dénoncer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: accuserFR: annulerFR: infirmerFR: invaliderFR: résilierFR: révoquerFR: rompreFR: trahir