Vertalingen concourir FR>NL
[kɔ̃kuʀiʀ]1 participer à une compétition - mededingen
'concourir pour un prix'
mededingen naar een prijs2 concourir à
participer à - bijdragen aan
'Il concourt à mon bonheur.'
Hij draagt bij aan mijn geluk.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
concourir (ww.) | samenlopen (ww.) ; samenvallen (ww.) ; wedijveren (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `concourir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: contribuerFR: participerFR: synchroniser