Vertalingen besogner FR>NL
besogner (ww.) | aanpoten (ww.) ; afbeulen (ww.) ; afjakkeren (ww.) ; afsloven (ww.) ; flink aanpakken (ww.) ; hard werken (ww.) ; ploeteren (ww.) ; sappelen (ww.) ; sloven (ww.) ; zich afsloven (ww.) ; zwoegen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `besogner`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: apprendreFR: ciselerFR: collaborerFR: écrireFR: élaborerFR: étudierFR: exécuterFR: façonnerFR: faireFR: fatiguer