Vertalingen arriver FR>NL
[aʀive]1 parvenir à destination - (aan)komen
'Le train arrivera à l'heure.'
De trein zal op tijd komen.2 venir, approcher - komen
'Le printemps arrive.'
De lente komt eraan.3 réussir - slagen
'arriver à faire ··· '
erin slagen om iets te doen4 se passer, se produire - gebeuren
'Cela arrive souvent.'
Dat gebeurt vaak.[aʀive]1 se produire - gebeuren
'Il arrive que nous sortions.'
Wij gaan weleens uit.
'Il nous arrive de sortir.'
Wij gaan weleens uit.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
arriver (ww.) | verlopen (ww.) ; overkomen (ww.) ; overmannen (ww.) ; overmeesteren (ww.) ; overwaaien (ww.) ; overweldigen (ww.) ; passeren (ww.) ; plaats hebben (ww.) ; plaats vinden (ww.) ; plaatsvinden (ww.) ; snel komen (ww.) ; terechtkomen (ww.) ; vergaan (ww.) ; opkomen (ww.) ; verschijnen (ww.) ; verstrijken (ww.) ; vervallen (ww.) ; verzeilen (ww.) ; voor elkaar krijgen (ww.) ; voorbijgaan (ww.) ; voorbijtrekken (ww.) ; voordoen (ww.) ; voorvallen (ww.) ; zich aandienen (ww.) ; zich meester maken van (ww.) ; zich voordoen (ww.) ; opduiken (ww.) ; aankomen (ww.) ; aflopen (ww.) ; arriveren (ww.) ; bedingen (ww.) ; bekruipen (ww.) ; belanden (ww.) ; bereiken (ww.) ; bewerkstelligen (ww.) ; eindigen (ww.) ; finishen (ww.) ; fixen (ww.) ; gebeuren (ww.) ; geraken (ww.) ; geschieden (ww.) ; het gevoel krijgen (ww.) ; in aantocht zijn (ww.) ; klaarspelen (ww.) ; lappen (ww.) ; opdagen (ww.) |
arriver | binnenkomen ; voorkomen ; van start gaan ; toekomen ; komen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `arriver`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: aborderFR: accéderFR: apparaîtreFR: approcherFR: atteindreFR: commencerFR: débarquerFR: débuterFR: gagnerFR: naîtreUitdrukkingen en gezegdes
FR: arriver à
NL: slagen inFR: arriver à ses fins
NL: zijn doel bereiken