Vertalingen approcher FR>NL
[apʀɔʃe]1 mettre ··· plus près - dichterbij brengen
'approcher la table du canapé'
de tafel dichter bij de canapé zetten2 venir plus près de - benaderen
'approcher ··· '
iemand benaderen
'Le bateau approche la côte.'
De boot is vlak onder de kust.3 approcher du but
être près du but - bijna het doel benaderd hebben© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
approcher (ww.) | aanstaande zijn (ww.) ; benaderen (ww.) ; dichtbijkomen (ww.) ; in aantocht zijn (ww.) ; inschuiven (ww.) ; naar elkaar toe schuiven (ww.) ; naderen (ww.) ; ophanden zijn (ww.) ; tegemoetkomen (ww.) ; toenaderen (ww.) ; zich aandienen (ww.) ; zich voordoen (ww.) |
approcher | instellen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `approcher`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: aborderFR: avancerFR: côtoyerFR: fréquenterFR: joindreFR: rapprocherFR: rapprocher ou remettre en faisant coulerFR: réunir