Vertalingen appréhender FR>NL
[apʀeɑ̃de]1 s'inquiéter de - vrezen
'appréhender un voyage'
tegen een reis opzien2 arrêter ··· - arresteren
'appréhender un voleur'
een dief arresteren© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
appréhender (ww.) | beducht zijn (ww.) ; bezorgd zijn (ww.) ; duchten (ww.) ; opkijken tegen (ww.) |
appréhender | aanhouden |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `appréhender`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: arrêterFR: attraperFR: capturerFR: coincerFR: concevoirFR: craindreFR: cueillirFR: embarquerFR: harponnerFR: redouterUitdrukkingen en gezegdes
FR: appréhender au corps
NL: arresteren