Vertaal
Naar andere talen: • trouver > DEtrouver > ENtrouver > ES
Vertalingen trouver FR>NL
[tʀuve]

1 découvrir par hasard - vinden

  'J'ai trouvé un billet par terre.'
  Ik heb een kaartje op de grond gevonden.


2 découvrir, réussir à obtenir ce que l'on cherchait - vinden

  'trouver un hôtel'
  een hotel vinden

  'trouver un emploi'
  een baan vinden


3 découvrir en réfléchissant - vinden

  'trouver une solution'
  een oplossing vinden


4 avoir telle opinion, penser - vinden

  'Je trouve qu'il a bien fait.'
  Ik vind dat hij juist gehandeld heeft.


5 juger, considérer - vinden

  'Je la trouve charmante.'
  Ik vnd haar charmant.

  'Il a trouvé les questions difficiles.'
  Hij vond de vragen moeilijk.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
trouver (ww.) ontmoeten (ww.) ; vinden (ww.) ; traceren (ww.) ; terecht brengen (ww.) ; tegenkomen (ww.) ; te weten komen (ww.) ; plaatsen (ww.) ; plaats toekennen (ww.) ; opsporen (ww.) ; ontdekken (ww.) ; lokaliseren (ww.) ; achterhalen (ww.) ; aantreffen (ww.)
trouver komen tot ; zoeken ; terugvinden ; overschakelen naar ; lezen
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `trouver`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: localiser

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: aller trouver quelqu'un. NL: iemand opzoeken, iemand afhalen
FR: trouver bon NL: goedkeuren
FR: trouver mauvais NL: afkeuren
FR: trouver à  dire, trouver à  redire NL: iets aan te merken hebben