Vertalingen activer FR>NL
[aktive]1 accélérer - versnellen
'activer des travaux'
werkzaamheden versnellen2 rendre plus fort, plus intense - aanwakkeren
'activer un feu'
een vuur aanwakkeren© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
activer (ww.) | opwekken (ww.) ; initiëren (ww.) ; instigeren (ww.) ; introduceren (ww.) ; kennis laten maken (ww.) ; op gang brengen (ww.) ; opjutten (ww.) ; oppeppen (ww.) ; oppoken (ww.) ; opporren (ww.) ; opstoken (ww.) ; iemand motiveren (ww.) ; porren (ww.) ; prikkelen (ww.) ; provoceren (ww.) ; starten (ww.) ; stimuleren (ww.) ; toemoedigen (ww.) ; van start gaan (ww.) ; verhaasten (ww.) ; versnellen (ww.) ; voorstellen (ww.) ; doen opvlammen (ww.) ; aanblazen (ww.) ; aanjagen (ww.) ; aanmoedigen (ww.) ; aansporen (ww.) ; aanstoken (ww.) ; aanvangen (ww.) ; aanvuren (ww.) ; aanwakkeren (ww.) ; aanzetten (ww.) ; aanzetten tot (ww.) ; accelereren (ww.) ; activeren (ww.) ; animeren (ww.) ; beginnen (ww.) ; bemoedigen (ww.) ; bespoedigen (ww.) ; bezielen (ww.) |
activer | activeren ; inschakelen ; enablen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; training.bova; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `activer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: accélérerFR: aiguillonnerFR: avancerFR: bousculerFR: brusquerFR: dépêcherFR: expédierFR: forcerFR: hâterFR: pousser