Vertaal
Naar andere talen: • pousser > DEpousser > ENpousser > ES
Vertalingen pousser FR>NL
[puse]

1 exercer une force sur ··· , ··· pour le déplacer - (voort)duwen

  'pousser une voiture en panne'
  een defecte auto voortduwen

  'pousser la porte'
  de deur openduwen/dichtduwen


2 entraîner, conduire ··· à faire ··· - aanzetten (tot)

  'pousser ··· à faire des études'
  iemand aanzetten om te studeren


3 augmenter la puissance, l'intensité de ··· - opvoeren

  'pousser un moteur'
  een motor opvoeren


4 laisser échapper un son - uitstoten

  'pousser un cri'
  een kreet slaken
[puse]


1 se développer, grandir - groeien

  'cheveux qui poussent'
  haren die groeien

  'faire pousser ··· '
  iets telen/kweken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
pousser (ww.) opstoken (ww.) ; uit de grond schieten (ww.) ; tieren (ww.) ; stimuleren (ww.) ; schuiven (ww.) ; roeren (ww.) ; prikkelen (ww.) ; porren (ww.) ; plaats maken (ww.) ; opwekken (ww.) ; uit de kiem te voorschijn komen (ww.) ; opschuiven (ww.) ; opschroeven (ww.) ; opschieten (ww.) ; oppoken (ww.) ; opkrikken (ww.) ; opgroeien (ww.) ; openstoten (ww.) ; opduwen (ww.) ; voortdrijven (ww.) ; wegjagen (ww.) ; wassen (ww.) ; vooruithelpen (ww.) ; vooruitduwen (ww.) ; vooruitbrengen (ww.) ; voortschuiven (ww.) ; voortkomen uit (ww.) ; voortjagen (ww.) ; voortduwen (ww.) ; opdringen (ww.) ; verzetten (ww.) ; verschrikken (ww.) ; verplaatsen (ww.) ; verderhelpen (ww.) ; veel doen stijgen (ww.) ; uitlopen (ww.) ; uitkomen (ww.) ; uitbotten (ww.) ; opdrijven (ww.) ; aandrijven (ww.) ; aandringen (ww.) ; aanduwen (ww.) ; aanhouden (ww.) ; aansporen (ww.) ; aanstoten (ww.) ; aanzetten (ww.) ; aanzwiepen (ww.) ; afschrikken (ww.) ; agiteren (ww.) ; bang maken (ww.) ; dringen (ww.) ; duwen (ww.) ; gisten (ww.) ; op iets aandringen (ww.) ; ontstaan uit (ww.) ; ontspruiten (ww.) ; ontspringen (ww.) ; ontkiemen (ww.) ; omroeren (ww.) ; omhoog schieten (ww.) ; kiemen (ww.) ; in beroering brengen (ww.) ; groot worden (ww.) ; groeien (ww.) ; gedijen (ww.)
pousser aanzetten tot ; zwellen ; uitlopen ; uitbotten ; provoceren ; loten schieten ; duwen ; drukken ; drijven ; botten
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `pousser`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: accentuer
FR: aider
FR: aiguillonner
FR: amplifier
FR: approfondir
FR: attiser
FR: avancer
FR: balayer
FR: bousculer
FR: buter

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: pousser à  bout NL: tot het uiterste drijven
FR: pousser trop loin NL: te ver drijven
FR: pousser le feu NL: het vuur opporren
FR: pousser à  la roue NL: meehelpen
FR: pousser au large NL: het ruime sop kiezen