Vertaal
Naar andere talen: • UNIR > DEUNIR > ENUNIR > ES
Vertalingen UNIR FR>NL
[yniʀ]

1 mettre ensemble - verenigen

  'Il faudrait unir nos efforts.'
  We zouden onze krachten moeten bundelen.


2 rapprocher, lier - verbinden

  'Cet objectif commun les unit.'
  Dit gemeenschappelijke doel schept een band tussen hen.


3 lier des pays - landen verbinden

4 marier - in de echt verbinden
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
unir (ww.) bij elkaar brengen (ww.) ; bijeen voegen (ww.) ; bijeenbrengen (ww.) ; bundelen (ww.) ; combineren (ww.) ; concentreren (ww.) ; koppelen (ww.) ; paren (ww.) ; samenbrengen (ww.) ; samenvoegen (ww.) ; verbinden (ww.) ; verbroederen (ww.) ; verenigen (ww.) ; zich verzoenen met (ww.)
UNIR (Afkorting) Internationale Rijnvaartunie ; IRU (Afkorting)
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `UNIR`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: accoler
FR: accoupler
FR: ajouter
FR: ajuster
FR: allier
FR: annexer
FR: apparier
FR: assembler
FR: associer
FR: attacher