Vertaal
Naar andere talen: • ton > DEton > ENton > ES
Vertalingen ton FR>NL
[tɔ̃]

1 qui est à toi - jouw - je

  'C'est ta montre.'
  Dat is jouw horloge.

  'ton père et le mien'
  jouw vader en de mijne
[tɔ̃]

1 qualité de la voix - toon

  'un ton grave'
  een lage toon


2 manière de s'exprimer, style - toon

  'le ton d'une lettre'
  de toon van een brief

  'parler à ··· d'un ton sec'
  op droge toon met iemand praten


3 hauteur de la voix ou d'un instrument, en musique - toon(soort)

4 nuance de couleur - tint - kleur

  'ton sur ton'
  ton sur ton - kleur op kleur

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ton (znw.)de kleurschakering (v) ; de toonzetting (v) ; de toonval (m) ; de toonsoort ; de toonhoogte (v) ; de toonaard (m) ; de toon (m) ; de tonaliteit (v) ; het timbre ; de stembuiging (v) ; de nuance ; de muzieknoot ; de modulatie (v) ; de kleurnuance ; de klankkleur ; de klank (m) ; de intonatie (v) ; de compositie (v)
ton (m) uw
le tonde tint
ton klanktint ; klankgeluid ; jouw ; je ; noot
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `ton`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: accent
FR: expression
FR: façon
FR: intonation
FR: langage
FR: manière
FR: note
FR: patte
FR: style
FR: timbre

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: donner le ton NL: de toon aangeven
FR: le prendre sur un ton NL: een (hoge) toon aanslaan
FR: bon ton NL: goede manieren
FR: se donner un ton NL: gewichtig doen