Vertalingen tampon FR>NL
[tɑ̃pɔ̃]1 objet qui imprime une marque - stempel
'donner un coup de tampon sur un passeport'
een stempel in een paspoort zetten2 marque imprimée sur un document - stempel3 tampon encreur
petite boîte qui contient une matière imprégnée d'encre - stempelkussen4 morceau de tissu ou d'autre matière roulée - dot
'un tampon de coton'
een dot katoen5 gros bouchon - prop© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
tampon (m) | de zegel (m) ; de tampon (m) ; de stempel (m) ; inktstempel (znw.) ; dot watten (znw.) ; de buffer (m) |
tampon | stootblok ; tussenstuk ; straatpotdeksel ; stop ; stootbok ; buffer ; sleutelkap ; serre ; schokbreker ; rol ; ringveerbuffer ; putdeksel ; interludium ; dekdop ; bufferruimte ; buffergeheugen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `tampon`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: bâillonFR: bouchonFR: cachetFR: couvercleFR: oblitérationFR: timbréUitdrukkingen en gezegdes
FR: (pop.): coup de
tampon
NL: vuistslag