Vertaal
Naar andere talen: • surprendre > DEsurprendre > ENsurprendre > ES
Vertalingen surprendre FR>NL
[syʀpʀɑ̃dʀ]

1 étonner - verrassen

  'Sa réaction me surprend.'
  Zijn reactie verrast me.


2 trouver ··· en train de faire ··· - betrappen

  'Je l'ai surpris en train de voler.'
  Ik heb hem tijdens het stelen betrapt.


3 arriver, se produire sans qu'on s'y attende - overvallen

  'surprendre ··· chez lui'
  onverwacht bij iemand op bezoek komen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
surprendre (ww.) bekruipen (ww.) ; betrappen (ww.) ; bevreemden (ww.) ; het gevoel krijgen (ww.) ; iemand overvallen met iets (ww.) ; iets onverwachts doen (ww.) ; opnemen (ww.) ; opvangen (ww.) ; overrompelen (ww.) ; snappen (ww.) ; verbazen (ww.) ; verbijsteren (ww.) ; verrassen (ww.) ; verwonderen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `surprendre`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: apercevoir
FR: déceler
FR: déconcerter
FR: découvrir
FR: duper
FR: intercepter
FR: ramper
FR: remarquer