Vertalingen situation FR>NL
[sitɥasjɔ̃]1 état dans lequel une personne, un groupe se trouve - toestand - situatie
'la situation économique d'un pays'
de economische toestand van een land
situation de famille
(= fait d'être célibataire, marié, etc.) - gezinsomstandigheden2 métier - betrekking
'avoir une situation stable'
een vaste baan hebben© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
situation (v) | het land ; de toestand (m) ; stand van zaken (znw.) ; de staat (m) ; de situatie (v) ; rijk (znw.) ; de positie (v) ; de plaatsbepaling (v) ; de omstandigheid (v) ; de omstandigheden ; de natie (v) ; de locatie (v) ; de ligging (v) ; de job (m) ; de gesteldheid (v) ; de functie (v) ; de dienstbetrekking (v) ; de conditie (v) ; de baan (m) |
la situation | de situering |
situation | hopeloosheid ; vestigingsplaats ; status ; situatie ; locatie ; ligging |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `situation`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: circonstancesFR: conditionFR: conjonctureFR: dispositionFR: emplacementFR: emploiFR: endroitFR: étatFR: expositionFR: lieu