1. MWB
  2. Vertalen
  3. réunir (FR>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • réunir > DE • réunir > EN • réunir > ES
Vertalingen réunir FR>NL
[ʀeyniʀ]

1 mettre ensemble - verenigen

  'réunir des amis'
  vrienden uitnodigen

  'réunir des documents'
  documenten verzamelen

  'réunir des fonds'
  fondsen werven

2 avoir - in zich verenigen

  'réunir toutes les qualités'
  alle kwaliteiten bezitten
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
réunir (ww.) herenigen (ww.) ; weer bijeenbrengen (ww.) ; versmelten (ww.) ; verenigen (ww.) ; samenvoegen (ww.) ; samensmelten (ww.) ; samenkomen (ww.) ; samenbrengen (ww.) ; ineensmelten (ww.) ; elkaar zien (ww.) ; elkaar ontmoeten (ww.) ; concentreren (ww.) ; combineren (ww.) ; bijeenbrengen (ww.) ; bijeen voegen (ww.) ; afspreken (ww.)
réunir met elkaar verbinden ; pan justeren
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `réunir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: assembler