Vertalingen ranger FR>NL
[ʀɑ̃ʒe]1 mettre en ordre - opruimen
'ranger sa chambre'
zijn kamer opruimen2 mettre à sa place - opruimen
'ranger ses affaires'
zijn spullen opruimen3 faire figurer parmi, classer - rekenen (tot)© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ranger (ww.) | opzij leggen (ww.) ; zetten (ww.) ; wegzetten (ww.) ; wegleggen (ww.) ; wegbergen (ww.) ; vlijen (ww.) ; stouwen (ww.) ; stallen (ww.) ; scharen (ww.) ; samenrapen (ww.) ; samenpakken (ww.) ; rangschikken (ww.) ; rangordenen (ww.) ; plaatsen (ww.) ; parkeren (ww.) ; opslaan (ww.) ; opruimen (ww.) ; opbergen (ww.) ; neerleggen (ww.) ; leggen (ww.) ; inschikken (ww.) ; deponeren (ww.) ; bijeen scharrelen (ww.) ; bewaren (ww.) ; bergen (ww.) ; archiveren (ww.) |
ranger | indelen ; sorteren ; rangschikken. ; rangschikken |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ranger`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: agencerFR: alignerFR: aménagerFR: arrangerFR: caserFR: classerFR: classifierFR: disposerFR: enfermerFR: grouper