Vertaal
Naar andere talen: • aménager > DEaménager > ENaménager > ES
Vertalingen aménager FR>NL
[amenaʒe]

1 organiser l'espace, arranger - inrichten

  'aménager un bureau dans un grenier'
  een kantoor inrichten op zolder


2 modifier pour améliorer - aanpassen

  'aménager ses horaires de travail'
  zijn werktijden beter indelen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
aménager (ww.) arrangeren (ww.) ; huis inrichten (ww.) ; inrichten (ww.) ; meubileren (ww.) ; regelen (ww.)
aménager inrichten ; inrichten (richten) ; voorzien ; wijzigen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; A.M.T.S.; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `aménager`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: établir
FR: installer