Vertalingen plaisanter FR>NL
[plɛzɑ̃te]1 dire des choses drôles - grapjes maken
'aimer plaisanter'
ervan houden grapjes te maken2 ne pas être sérieux - de spot drijven (met)
'On ne plaisante pas avec la mort !'
Met de dood valt niet te spotten!© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
plaisanter (ww.) | foppen (ww.) ; gekheid maken (ww.) ; in de maling nemen (ww.) ; te pakken nemen (ww.) ; voor de gek houden (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `plaisanter`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: amuserFR: bafouerFR: bernerFR: divertirFR: faire des foliesFR: ironiserFR: jouerFR: narguerFR: parodierFR: railler