Vertalingen mener FR>NL
[məne]1 conduire, accompagner - brengen
'Le taxi les mènera à l'aéroport.'
De taxi zal hen/ze naar het vliegveld brengen.2 aller vers - leiden (naar)
'Cette rue mène à la place.'
Deze straat leidt naar het plein.3 mener une vie
avoir une vie - een leven leiden/hebben
'mener une vie difficile'
een moelijk leven hebben4 diriger - leiden
'mener les discussions'
de discussie leiden
'mener une enquête'
een onderzoek uitvoeren/instellen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
mener (ww.) | leiding geven (ww.) ; wegbrengen (ww.) ; voorzitten (ww.) ; voorliggen (ww.) ; volgen (ww.) ; voeren (ww.) ; vergezellen (ww.) ; meevoeren (ww.) ; meelopen (ww.) ; meegaan (ww.) ; managen (ww.) ; leidinggeven (ww.) ; leiden (ww.) ; geleiden (ww.) ; escorteren (ww.) ; een voorsprong hebben (ww.) ; commanderen (ww.) ; chaperonneren (ww.) ; bevel voeren over (ww.) ; besturen (ww.) ; begeleiden (ww.) ; aanvoeren (ww.) |
mener | doorvoeren |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `mener`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: amenerFR: commanderFR: conduireFR: dirigerFR: emmenerFR: gouvernerFR: guiderFR: manoeuvrerFR: traiterUitdrukkingen en gezegdes
FR: mener à bien
NL: tot een goed einde brengenFR: mener grand bruit
NL: een hels kabaal makenFR: cela ne mène à rien
NL: dat loopt op niets uitFR: mener en terre
NL: begraven