Vertalingen guider FR>NL
[gide]1 accompagner et montrer le chemin - (rond)gidsen - (rond)leiden
'guider des randonneurs'
trekkers gidsen
'un chien qui guide un aveugle'
een hond die een blinde leidt2 conseiller, aider ··· - begeleiden - adviseren
'Il la guide dans le choix de sa carrière.'
Hij begeleidt haar bij haar loopbaankeuze.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
guider (ww.) | begeleiden (ww.) ; drijven (ww.) ; erdoor loodsen (ww.) ; leiden (ww.) ; meevoeren (ww.) ; samendrijven (ww.) ; voeren (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `guider`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: conduireFR: dirigerFR: éclairerFR: éduquer