Vertaal
Naar andere talen: • laisser > DElaisser > ENlaisser > ES
Vertalingen laisser FR>NL
[lese]

1 ne pas prendre avec soi - laten

  'laisser ses enfants chez ··· '
  zijn kinderen bij iemand (thuis) laten

  'laisser son sac à la maison'
  zijn tas thuis laten


2 ne pas prendre, ne pas utiliser - laten staan - niet aanroeren

  'laisser du gâteau'
  een stuk taart laten staan


3 quitter, abandonner - in de steek laten - verlaten

  'laisser ··· '
  iemand in de steek laten

  'laisser sa femme'
  zijn vrouw in de steek laten


4 perdre - laten - verliezen

  'Il a laissé beaucoup d'argent dans cette affaire.'
  Hij heeft in die zaak veel geld verloren.


5 confier ··· à ··· - achterlaten

  'Je te laisse mes affaires, je reviens.'
  Ik laat mijn spullen bij jou achter, ik kom zo terug.

  'laisser ses enfants à ··· '
  zijn kinderen bij iemand achterlaten


6 permettre de - laten

  'Ses parents l'ont laissé sortir.'
  Zijn ouders hebben hem laten uitgaan.


7   laisser tomber
abandonner - opgeven

  'Elle a laissé tomber ses études.'
  Ze heeft haar studie opgegeven.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
laisser (ww.) toestaan (ww.) ; nalaten (ww.) ; opgeven (ww.) ; ophouden (ww.) ; overgeven (ww.) ; permitteren (ww.) ; staken (ww.) ; stoppen (ww.) ; teruglaten (ww.) ; toelaten (ww.) ; losmaken (ww.) ; toestemmen (ww.) ; uitscheiden (ww.) ; van de boeien ontdoen (ww.) ; vererven (ww.) ; vergunnen (ww.) ; vermaken (ww.) ; veronachtzamen (ww.) ; vrijlaten (ww.) ; gunnen (ww.) ; achterlaten (ww.) ; afstaan (ww.) ; bevrijden (ww.) ; dulden (ww.) ; duren (ww.) ; ermee uitscheiden (ww.) ; goedkeuren (ww.) ; goedvinden (ww.) ; iemand iets nalaten (ww.) ; in vrijheid stellen (ww.) ; inwilligen (ww.) ; laten (ww.) ; laten doen (ww.) ; laten staan (ww.) ; legateren (ww.) ; loslaten (ww.)
laisser overlaten
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `laisser`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: abandonner
FR: confier
FR: consentir
FR: donner
FR: lâcher
FR: léguer
FR: maintenir
FR: négliger
FR: omettre
FR: perdre

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: laisser aller les choses NL: de zaken haar beloop laten
FR: laissez dire NL: laat de mensen maar kletsen
FR: laisser faire NL: veroorloven, toestaan
FR: laissez faire, laissez passer NL: laat de boel maar waaien
FR: ne pas laisser de NL: niet nalaten, niet ophouden
FR: c'est à  prendre ou à  laisser NL: 't is kiezen of delen
FR: laisser qc. à  100 florins NL: iets voor honderd gulden laten
FR: adieu, je vous laisse NL: vaarwel, ik verlaat u
FR: laisser à  désirer NL: te wensen overlaten