Vertalingen jour FR>NL
[ʒuʀ]1 durée de 24 heures - dag - etmaal
'Quel jour sommes-nous ?'
Welke dag is het vandaag?
'partir plusieurs jours'
enkele dagen weg zijn
le jour de l'an
(= le premier janvier) - (op) Nieuwjaar / (op) nieuwjaarsdag
de jour en jour
(= peu à peu) - allengs/langzamerhand
'Il grandit de jour en jour.'
Hij wordt allengs/steeds groter.2 temps compris entre le lever et le coucher du soleil - dag
'Les jours rallongent.'
De dagen worden langer / lengen.3 clarté, lumière - dag
'Il fait jour.'
Het wordt dag.4 de nos jours
à notre époque - tegenwoordig / heden ten dage5 date non déterminée - dag
'Un jour, tu comprendras.'
Op een dag zal/zul je het begrijpen.
un jour ou l'autre
(= à un moment que l'on ne peut pas prévoir) - op een (goeie) dag
'Un jour ou l'autre, il reviendra.'
Op een goeie dag zal hij terug zijn.6 être à jour
ne pas avoir de retard - bij zijn
'être à jour dans son travail'
bij zijn met zijn werk7 mettre ··· à jour
actualiser ··· - iets bijwerken[ʒuʀ]1 durée de 24 heures - dag - etmaal
'Quel jour sommes-nous ?'
Welke dag is het vandaag?
'partir plusieurs jours'
enkele dagen weg zijn
le jour de l'an
(= le premier janvier) - (op) Nieuwjaar / (op) nieuwjaarsdag
de jour en jour
(= peu à peu) - allengs/langzamerhand
'Il grandit de jour en jour.'
Hij wordt allengs/steeds groter.2 temps compris entre le lever et le coucher du soleil - dag
'Les jours rallongent.'
De dagen worden langer / lengen.3 clarté, lumière - dag
'Il fait jour.'
Het wordt dag.4 de nos jours
à notre époque - tegenwoordig / heden ten dage5 date non déterminée - dag
'Un jour, tu comprendras.'
Op een dag zal/zul je het begrijpen.
un jour ou l'autre
(= à un moment que l'on ne peut pas prévoir) - op een (goeie) dag
'Un jour ou l'autre, il reviendra.'
Op een goeie dag zal hij terug zijn.6 être à jour
ne pas avoir de retard - bij zijn
'être à jour dans son travail'
bij zijn met zijn werk7 mettre ··· à jour
actualiser ··· - iets bijwerken© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
jour (m) | het daglicht ; het etmaal |
le jour | de dag (m) |
jour | d (Afkorting) ; dag ; lichtopening |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `jour`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: aubeFR: auroreFR: clartéFR: dateFR: journéeFR: lumièreFR: naissanceFR: ouvertureFR: quantièmeFR: vieUitdrukkingen en gezegdes
FR: le
jour de l'An
NL: nieuwjaarsdagFR: l'autre
jour
NL: onlangsFR: d'un
jour à l'autre
NL: ieder ogenblikFR: beauté d'un
jour
NL: kortstondige schoonheidFR: les beaux
jours
NL: de mooie tijd, de jeugd, de voorspoedFR: du
jour au lendemain
NL: op staande voetFR: de nos
jours
NL: tegenwoordigFR: au premier
jour
NL: zeer binnenkortFR: vivre au
jour le
jour
NL: van de hand in de tand levenFR: tenir les livres à
jour
NL: de boeken bijhoudenFR: avant le
jour
NL: voor dag en dauwFR: grand
jour
NL: klaarlichte dag, vol lichtFR: mettre un ouvrage au
jour
NL: een boek publicerenFR: petit
jour
NL: schemeringFR: les hommes du
jour
NL: de mannen van het ogenblikFR: donner le
jour
NL: het leven schenkenFR: ravir le
jour
NL: het leven ontnemenFR: à
jour
NL: opengewerktFR: percé à
jour
NL: onthuld, ontmaskerd