Vertaal
Naar andere talen: • fréquenter > DEfréquenter > ENfréquenter > ES
Vertalingen fréquenter FR>NL
[fʀekɑ̃te]

1 aller souvent dans un lieu - druk bezoeken - vaak gaan naar

  'Il fréquente les casinos.'
  Hij gaat vaak naar casino's.


2 avoir des relations avec ··· - omgaan met

  'fréquenter ses voisins'
  omgaan met zijn buren

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
fréquenter (ww.) frequenteren (ww.) ; iemand opzoeken (ww.) ; langsgaan (ww.) ; omgaan (ww.) ; omgaan met (ww.) ; optrekken (ww.) ; verkeren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `fréquenter`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: approcher
FR: commercer
FR: côtoyer
FR: frayer
FR: hanter
FR: passer
FR: pratiquer
FR: saluer
FR: voisiner

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: une rue fréquentée NL: een drukke straat